Geschiedenis van mijn Crossley HH11

Mijn Crossley heeft gewerkt in een lompenfabriek in Zogge in België. De motor is op 20 maart 1957 afgeleverd aan de importeur in België (Société Belge Crossley Brussels). De motor was op voorraad (in stock) bij Crossley Brothers in Manchester. De HH11 was reeds op 10-4-1956 getest op een maximaal vermogen van 73,7 bhp. Het verhaal over de restauratie van deze motor vindt u hier.

Geschiedenis van de lompenfabriek

Na enig speurwerk ben ik in contact gekomen met een zoon van de oude eigenaar van de lompenfabriek waar de Crossley gedraaid heeft. We hebben e-mail contact en zo kom ik aan de volgende informatie:

Bij deze wil ik U, en waarschijnlijk een gans team feliciteren voor het werk dat jullie tot hiertoe hebben gepresteerd.

Mijn naam is Luc Schelfhout, een zoon van de oprichter (Leon) van een kleinschalig bedrijfje. Hij begon als eenmanspersoon zonder inkomen met dit bedrijfje. In een kleine loods met asbestgolfplaten (bar in de winter zonder verwarming) met een machine om lompen te vermalen. Het adres van de opstart was in Hamme aan de Noordstraat 179. De installatie was, een door een motor aangedreven trommel, voorzien van stalen pennen om de lompen te vermalen.

De lompen zijn textielafval die afkomstig waren van grote producenten van kleding en dergelijke. Ze kwamen aan in geperste balen, alle soorten van kleuren door elkaar. Soms waren er hele hopen "witte katoenen stukken "aanwezig. Wanneer je als kind een cent wilde bijverdienen dan moest je die witte stukken eruit rapen. Dit moest dan gebeuren onder de middagpauze. Luierikken? ...niets. Op het einde van de week werd dit dan per kind beloond (wij waren met acht) en dan kreeg je een extraatje.Kerkstraat in Zogge

Het afgewerkte product (versnipperd textielafval) ging dan naar een fabriek waar men vooral dekens vervaardigde, van die vaalgrijze, vooral bestemd voor de militairen (‘onze Kongo’).

De trommels om de lompen, jute, en kamertapijt zonder coating, te versnijden waren ongeveer 1,5 meter van diameter met een breedte van 1,2 meter. Ze waren voorzien van houten latten met boringen voor metalen spijkers. Na verloop van tijd en enkele malen aanslijpen moesten deze spijkers vervangen worden. Dat wil zeggen met een zware hamer doorkloppen en daarna met een hefboom met klauw uittrekken. Voor ons fijn vakantiewerk en dikke polsen. Ik was blij als de vakantie voorbij was. Later ben ik mijn vader dankbaar, zodat je de dag van vandaag weet wat werken is. Een man die 8 kinderen alles gegeven heeft ...CHAPEAU.

De fabriek had eigenlijk geen specifieke naam omdat het om een eenmansbedrijfje ging dat draaide met hulp van ofwel gepensioneerden of mensen die graag iets bijverdienden. Het fabriekje was bij ons bekend als het ‘voddekot’.

Ik denk dat mijn vader is gestart in de jaren 1940-1943. Het bedrijfje draaide elke dag van 7 tot 5, winter en zomer. In de zomer veel te warm, maar in de winter berekoud!!!!

De eerste motor was een Anglo Belgian Corporation (ABC), een traag lopende diesel die met de hand op gang moest gebracht worden, wat natuurlijk in de winterperiode voor heel wat problemen zorgde. Maar met een beetje ether of iets dergelijks lukte het altijd wel. Ik heb eens bij een terugslag die zwengel tegen mijn knie gekregen. Niet om mee te lachen.

Later werd besloten om een tweede machine aan te kopen om de capaciteit te verhogen. Ongeveer hetzelfde exemplaar als de vorige, maar met twee trommels na elkaar. Dat zal dus in 1957 geweest zijn, het bouwjaar van de Crossley.

De opstelling van de twee machines was niet zo evident om daar een zwaardere motor van te voorzien. U kunt zich voorstellen dat de drie toestellen, twee machines, één motor, niet in één rechte lijn stonden door plaatsgebrek. Om die reden moest er een uitgebreid netwerk worden aangelegd om alles met elkaar te verbinden.

U weet uit ervaring dat dergelijke motoren, Crossley als ABC een relatief slecht rendement hebben. De Crossley werd gekoeld door drie grote vaten van 2,5 kubieke meter elk. Ook de transmissie daar bovenop kwam het rendement niet ten goede. We waren blij met de drie grote vaten waar we in de winter gelukkig warm water van konden gebruiken (de tijden zijn wel veranderd, niet).

De aanloop van de twee machines vergde ook een systeem met meedraaiende riemschijven om de éne of andere trommel in of uit te kunnen schakelen. Ik herinner me, dat de plaatsing van sommige riemen gebeurde door een team dat van Engeland was overgekomen om die klus te klaren. Het waren platte nylonriemen van ongeveer dertig cm. breedte die aan elkaar moesten gezet worden. De riemen werden minutieus afgeschuind en met speciale klemmen en lijm onder druk aan elkaar gezet, gedurende 48 uur.

Wat ik me ook herinner is dat er op dat moment nog geen echte lagers bestonden zoals nu. Bij tijden kwamen er twee gebroeders (autodidacten) de lagers controleren met behulp van een holle buis. Indien nodig moesten die "lagers" uitgeschraapt worden of opgegoten worden met Antimoon.

Nog een laatste anekdote van mezelf.

Op de vermalingstrommel was een breed uitgeholde riemschijf gemonteerd met daarin een speciale riem, die via een pedaal, als noodrem kon gebruikt worden. In die as van die trommel was een gleuf gefreesd om die schijf op zijn plaats te houden, maar onbeschermd. Op een dag loop ik daar voorbij met een nylon stofjas waarvan de singel loshing en die sloeg rond die as. Alles, maar dan ook alles, werd van mijn lijf gerukt. Mijn broer drukte nog op die zogenaamde noodrem, maar tevergeefs. Door de enorme energie stop je zo maar niet op 1,2,3.

Het verwondert mij dat er nog mensen zijn die zo gefascineerd zijn voor het verleden. Het moet een hele klus geweest zijn om die motor opnieuw draaiende te krijgen na x-aantal jaren niet meer in werking geweest te zijn hoewel ik meen dat de motor nog in perfect werkende staat is stilgelegd.

Foto’s of ander beeldmateriaal is er spijtig genoeg niet voor handen.

Ik hoop U een beetje van dienst te kunnen zijn geweest en wens U, en jullie team, nog een prachtig resultaat toe.

Luc Schelfhout


Bij de motor was nog een koelvat aanwezig. Hierop staan de initialen L.S. van de eigenaar van het voddekot: Leon Schelfhout. Ook staat er een datum bij: 15-7-87. We vermoeden dat de motor toen is stopgezet, of uit de fabriek is vertrokken.